Afwijkend slikken met als gevolg scheefstand van tanden - Lees meer
Zit niet zo te smakken!” “Doe je mond eens dicht!” “Knoei niet zo met drinken!”
Zegt u dit regelmatig tegen uw kind? Dan heeft uw kind onvoldoende spierspanning in de lippen en/of de tong.
Te slappe mondspieren kunnen bijvoorbeeld ontstaan door:
- (te) lang een speen of zuigfles gebruikt,
- duimzuigen,
- nagelbijten,
- vaak verkouden zijn.
Bij slappe mondspieren ligt de tong laag in de mond. De tong ligt tegen of tussen de tanden. Dit gebeurt zowel tijdens een rustmoment, als bij het eten en drinken. Doordat de tong telkens tegen de tanden duwt, kunnen deze scheef gaan staan. Ook tijdens het spreken kan de tong tegen of tussen de tanden komen: dit noemt men lispelen.
Door afwijkende mondgewoonten wordt het spreken vaak onduidelijk.
Deze foutieve tongpositie in de mond, zorgt ervoor dat het evenwicht van de mondspieren onderling verstoord raakt. Dit kan het uiteindelijke resultaat van een orthodontische behandeling sterk beïnvloeden.
- Als de tong laag in de mond ligt, drukt de tong niet tegen de bovenkaak aan, waardoor de bovenkaak smal en hoog blijft, wat weer een disbalans geeft tussen boven- en onderkaak.
- Als de tong tegen de tanden aandrukt, kunnen er spleetjes tussen de tanden ontstaan of andere gebitsafwijkingen, zoals een over- of openbeet en/of scheve tandstand.
- Als de tong tijdens slikken (dit doen we meer dan 2000 keer per dag!) tegen of tussen de tanden wordt geperst, komt er een kracht tegen het gebit aan, waardoor de tandstand negatief wordt beïnvloed.
- Als de tong laag ligt, ademt het kind door de mond, waardoor eventuele bacteriën vrij baan hebben naar de keelholte en de Buis van Eustachius in het oor, wat weer oorontstekingen of chronische verkoudheid kan opleveren.
- Als het kind veel verkouden is, is vaak de neus verstopt. Het cirkeltje is dan rond, want neusademing wordt dan helemaal onmogelijk.
Verkeerde spierspanning en ligging van de tong in de mond kan veel veroorzaken
Spieren kunnen worden getraind. Dit geldt ook voor de tong en lippen en alle andere spieren in de mond.
De logopedisten van dit logopedie & stottertherapie maken bij deze spiertraining gebruik van de OMFT (oro-myofunctionele therapie) en/of het inzetten van een trainer.
Het gevolg van deze behandeling is dat de tanden de stand aannemen, die ze zouden hebben gehad, wanneer er geen afwijkend mondgedrag zou zijn.
In de behandeling wordt er aandacht besteed aan:
- Afleren van afwijkende mondgewoonten (zoals duim-, speen- en vingerzuigen, nagelbijten, liplikken en open mondgedrag),
- Aanleren van neusademing met lipsluiting,
- Aanleren van de correcte tongpositie in rust,
- Trainen van de orofaciale (mond-)spieren,
- Aanleren van een correcte slik (met de tong op de juiste plaats),
- Verbeteren van de articulatie van de /l/, /n/, /t/, /d/, /s/ en /z/, omdat bij afwijkende mondgewoonten vooral deze klanken worden beïnvloed,
- Automatiseren van het aangeleerde gedrag.